1.4 Positief Pre-framing

Vooraf kaderen

Vooraf kaderen schept de verwachtingen voor je leerlingen en geeft hen een specifiek doel om op te richten. Door specifieke verwachtingen uit te spreken geef je je leerlingen richtlijnen om op te focussen. Vooraf kaderen gebruik je voor iedere oefening en iedere les.

Als instructeur moet je een soort Batman zijn. Je hebt net als Batman een soort gereedschapsriem nodig waarin je allerlei soorten gereedschap hebt zitten die je kunt gebruiken om een positieve invloed op je groep uit te oefenen. Een van die gereedschappen die je kunt gebruiken is een communicatiemethode die Positief pre-framing wordt genoemd; vooraf kaderen.

Vooraf kaderen is een manier om verwachtingen uiteen te zetten voor je groep of voor een individueel.

Het is ook een manier om ze in de juiste mindset te krijgen en ze te laten presteren op een wijze waarop jij wilt dat zij presteren. Bijvoorbeeld: de instructie is om een jab-cross te geven: Je geeft aan dat iedereen in de juiste positie moet gaan staan en gaan.

Met alleen deze instructie is het onduidelijk waar de focus op moet liggen; is dat op kracht, snelheid, intensiteit? Dat wordt hier niet duidelijk.  Als je ze gewoon laat stoten heb je geen duidelijke verwachting uitgesproken over wat je wilt zien tijdens de oefening.

Als je niets hebt gezegd over snelheid en je roept ineens: sneller, sneller, is het voor de groep onduidelijk wat je verwachting vooraf was. Door vooraf te kaderen spreek je jouw verwachting uit ten aanzien van wat je wilt zien. Zeker bij de lagere banden is het goed om te focussen op één ding. Te veel tegelijkertijd kan verwarrend werken en dan wordt de oefening maar half of incorrect gedaan.

Als je de leerlingen één focuspunt geeft hebben ze veel meer kans van slagen omdat ze al hun energie en mindset op dat ene punt inzetten. Dus als je vooraf kadert geef je jouw verwachtingen aan, over hoe je wil dat er gepresteerd wordt. Je geeft ook duidelijk aan wat er gaat gebeuren.

Als je bijvoorbeeld aan een drill werkt waarbij er veel kicks gegeven worden, zonder een voet neer te zetten, is een van de verwachtingen die je schept dat het been pijn kan gaan doen. Je legt dan aan je leerlingen uit dat ze niet gewond zijn maar dat je bepaalde spieren meer gebruikt dan normaal en dat ze daar nog niet aan gewend zijn. Je vraagt je leerlingen vervolgens of het hen gaat lukken door die pijn heen te gaan en te blijven schoppen, hoe zeer het ook doet, hoeveel kramp je ook krijgt. Als ze dat lukt zijn ze een soort rocksterren, ze hebben dan de beste kicks van alle vechtsporters in het land en de mindset om door te zetten en hun best te blijven doen ongeacht hoe zwaar het voelt.

Je vraagt vervolgens of ze dat gaat lukken en laat ze antwoorden. Als je een drill op deze manier benadert geef je duidelijk aan dat de opdracht een uitdaging wordt en geef je inhoud en betekenis aan de drill. Je zegt niet alleen maar dat ze veel kicks gaan doen en dat het heel zwaar wordt, dat zou een slechte kadering/verwachting zijn. Wat je doet is duidelijk uitleggen wat de oefening is, wat het effect van de oefening is en welke mindset er nodig is om de oefening een succes te maken.

Zorg dat je het met positieve energie overbrengt zodat je leerlingen deze energie kunnen oppikken en overnemen. Let dus op hoe je je verwachtingen en kadering uitspreekt en maak het expliciet. Als je niet duidelijk bent op deze punten zal je veel verschil zien tussen je leerlingen in de executie van de oefening. Als je het perspectief verandert en het laat klinken als een soort filmtrailer dan zullen ze veel meer investeren in het geven van de gewenste uitkomst; doorzetten als het moeilijk wordt en focus op volharding.

Als je bezig bent met het aanleren van stoten of een stootcombinatie kan je bijvoorbeeld focussen op het goed uitdraaien van de arm en de juiste hoek van de vuist tijdens de stoot. Je benoemt dan niet alleen dat je een jab-cross wil zien, maar je kadert de oefening door expliciete instructies te geven op de uitvoering. Je benoemt bijvoorbeeld dat ze tijdens de stoot moeten visualiseren dat er een stootkussen voor ze is waarop ze alleen met de knokkels mogen stoten en hun arm iedere keer volledig moeten uitstrekken.

Het hoeft niet snel te zijn, de focus moet vooral op het goede gebruik van de knokkels liggen bij iedere stoot. Je geeft dus heldere en duidelijke instructies en benoemt duidelijk het ene doel waar je wil dat op gefocust wordt.

Als je ziet dat dit goed gaat kun je de snelheid verhogen of iets anders gaan toevoegen waar ze aan kunnen werken. Maar de juiste toon zetten voor iedere drill of techniek is heel belangrijk omdat je leerlingen moeten weten waar ze op moeten focussen als ze bezig zijn zodat ze het meest optimale resultaat kunnen behalen. Vooraf kaderen werkt eveneens heel goed bij leerlingen die een uitdaging voor je vormen, die zijn er altijd.

Als je een leerling hebt die een uitdaging voor je is, is het belangrijk om in gedachten te houden dat de meeste kinderen met gedragsproblemen gewend zijn om continue te horen dat ze iets fout of verkeerd doen. Ze hebben vaak te maken met mensen die hun stem tegen ze verheffen.

Dus als ze in jouw les komen is het vaak niet verrassend dat ze niet in de beste stemming zijn op dat moment omdat ze voorafgaand vaak al een hoop negatieve respons hebben verwerkt, thuis of op school. Vooraf kaderen kan dus een heel krachtig instrument zijn bij kinderen die een uitdaging vormen. Bijvoorbeeld: het kind komt binnen en je spreekt hem/haar direct positief aan door te zeggen dat je het fijn vindt hem/haar weer te zien en dat het een superleuke les gaat worden. Je geeft er een high five of een boks achteraan.

Als deze leerling de vorige keer niet zo’n goede les had laat je duidelijk weten dat deze les anders gaat worden. Je refereert dan even aan de vorige les waarin het niet zo lekker ging en benoemt dat je het zo mooi vindt van hem/haar dat hij/zij zich daar niet door laat weerhouden en het in deze les daarom anders gaat aanpakken; dus meer focus en er de beste les ooit van maken.

Je vraagt hem/haar of dit gaat lukken en complimenteert hem/haar vervolgens en geeft nogmaals een boks of high five o.i.d. Je schept dus direct bij binnenkomst verwachtingen en geeft kaders aan.

Kinderen met gedragsproblemen of een andere uitdaging ervaren veel vaker dat volwassenen hen als last zien en stralen dit (onbewust) ook uit met hun lichaamstaal en/of gezichtsuitdrukking. Kinderen voelen dit aan. Als jij laat merken dat je het fijn vindt om deze leerling te zien, verwachtingen schept dat het een superleuke les gaat worden en dat je gelooft dat deze leerling daar op een positieve manier aan gaat bijdragen door positieve gedragsregels af te spreken, dan is dit een mooi en positief kader voor dit kind.

Als je weet dat de uitdaging voor dit kind is om inspanning te blijven leveren, dan kun je daar de focus op leggen bij de les. De techniek, de snelheid en de kracht hebben dan even minder prioriteit. Als de leerling de gehele les zijn/haar beste inspanning bij álle oefeningen kan laten zien kun je daar bijvoorbeeld een beloning aan koppelen. Dat is voor dit kind dan een duidelijke en persoonlijke kadering en verwachting voor de les.

Om te voorkomen dat er problemen ontstaan ín de les kun je vooraf kaderen en verwachtingen uitspreken bij uitdagende kinderen. Maak ze enthousiast. Ook zij willen zich graag van hun beste kant laten zien en hebben jou nodig om in ze te geloven.

Succes en zie je in de volgende les!

Coach Youri

Youri Swart