1.1 Basisprincipes van communicatie

Basis Communicatie

Een van de belangrijkste vaardigheden die iedere instructeur moet hebben is om excellent te zijn in je communicatie!

Misschien voel je je nog niet zeker genoeg om te communiceren voor een grotere groep op dit moment en misschien ben je zelfs wel wat terughoudend als je met een ouder moet gaan praten. Met kinderen is dit meestal wat gemakkelijker. Maar waar ik wil dat je focust, als je nog niet goed bent op dit vlak, is puur op de basis van de communicatie.

Iets wat ik een hele poos geleden geleerd heb zijn de vier S-en van de communicatie:

  1. Smile
  2. Shake Hands
  3. Say something
  4. Stand tall

Dus als je iemand begroet of gedag zegt; lach naar ze (smile), geef een hand of een high five bij een kind bijvoorbeeld (shake hands), kijk niet alleen naar iemand maar spreek diegene ook aan (say something); begroet de persoon en vraag bijvoorbeeld hoe het met diegene gaat. En als laatste: sta rechtop
(stand tall), dus zorg voor een goed postuur.

De vier S-en zijn dus: (glim)lach, geef een hand, spreek iemand aan en sta rechtop; smile, shake hands, say something and stand tall.

Deze vier dingen maken het een stuk makkelijker om een gesprek te beginnen. En een van de manieren waarop je dit heel goed kunt oefenen is door je leerlingen bij de deur al te begroeten.

De eerste communicatie-opdracht is dan ook om je leerlingen op deze wijze te gaan begroeten. Op deze manier spendeer je in ieder geval één keer per week 30 minuten aan het opendoen van de deur voor mensen en oefenen met de vier S-en; smile, shake hands, say something and stand tall.

Zorg dat het eerste wat men ziet als ze binnenkomen jouw vrolijke, glimlachende gezicht is, wat ze een welkom gevoel geeft en ze zich thuis laat
voelen.

Het tweede deel waar ik wil dat je aan werkt is het leren van de 3x 3 regel:

”DE 3 X 3 REGEL”

  • Oogcontact maken (3 keer gedurende de les)
    Maak oogcontact met een leerling. Laat ze zien dat je weet dat ze er zijn en dat je rekening met hem/haar houd.
  • Geschikte lichaamscontact (3 keer gedurende de les)
    High 5, een box, schouderklopje en het schudden van handen zijn lichaamscontacten die jouw leerlingen het gevoel geven dat je met hen verbonden bent.
  • Het gebruiken van namen (3 keer gedurende de les)
    Als je als leraar een leerlingen bij zijn naam roept i.p.v. hem, haar of jij, geef jij jouw leerling het gevoel dat je weet wie ze zijn en dat je rekening met hem of haar houd.

Je moet in staat zijn iedere naam van iedere leerling minstens drie keer actief te gebruiken gedurende je les.

De reden dat dit belangrijk is, is omdat je naam het allerbelangrijkste woord is in de gehele taal. Als je ergens bent en iemand zegt jouw naam, zelfs al hebben ze het niet tegen jou, dan trekt dat toch je aandacht en zorgt het dat je alert bent, kijkt en oplet.

Dus het kennen van de namen van je leerlingen, oogcontact en geschikte lichaamscontact  geeft aan dat je daadwerkelijk om ze geeft en bij ze betrokken bent. Daarbij helpt het ook om gemakkelijker hun aandacht te trekken als je ze ergens op moet corrigeren of als er een veiligheidsprobleem is en je vlot hun aandacht nodig hebt om te voorkomen dat ze zich bezeren of je ze in veiligheid moet brengen.

Dus focus je deze week echt op deze opdracht, je instructeur tekent je opdracht af; 30 minuten, begroet je leerlingen, focus op de vier S-en en zorg dat je de 3×3 regel toepast en de namen van je leerlingen kent als je die nog niet weet.

Succes en zie je in de volgende les!

Coach Youri

Youri Swart